Altijd vooruit

Klein Jowanneke
Klein Jowanneke
10 augustus 2005

Altijd vooruit

Klein Jowanneke is op verlof in Oostende. Drie jaar geleden kwam hij hier voor den eerste keer en hij was er direct weg van.

Ge moet weten: in cé heeft Klein Jowanneke niks met de Belgische kust met al die lelijke appartementsblokken. Maar toen hij drie jaar geleden in Oostende belandde, voeldde hij dat Oostende 'anders' was. In Oostende, zo voelde hij dat toen aan, kont ge, tussen de duizenden appartementsblokken en de miljarden rondshoppende toeristen, af en toe nog ne glimp opvangen van een heroïsch verleden.

Ge hebt Hotel Du Parc. Waar de filter op uwe koffie bestaat uit een zilveren kanneke met versgemalen koffie. In de uitgesleten trappen herkent ge de miljoenen voeten die ze ooit bestegen hebben. De tegeltjes in de wc zijn minstens vijftig jaar oud. Er hangt gene reklam in het café, maar wel twee Belgische vlaggeskes en de garçons dragen een strikske.

Er staat in Oostende ook nog ergens een huis waar  Ensor nog gewoond heeft. Ge vindt er allerhande vreemde objecten uit het rariteitenwinkeltje van toen en kopies van zijn schilderijen. Maar het zotste is de living waarin Ensor ooit nog koffie heeft zitten drinken. De gehele muur wordt bedekt met een kopie op ware grootte van 'de intocht van Christus in Brussel in 1889'. En dat is een hallucinant, gruwelijk schilderij. En in die living, maar dan met het echte schilderij aan de muur, ontving Ensor zijn gasten. Dat moet ne speciale geweest zijn.

Ge hebt ook nog het Feest- en Kultuurpaleis. En ook daar hangt het vol met schilderijen van Ensor. En den eerste keer dat Klein Jowanneke daar binnenkwam, pakte hem dat bij zijn nekvel. De tekeningen en schilderijen van Ensor vormden samen een groot en fantastisch verhaal over de stad, het land en den tijd waarin Ensor leefde. En daar, voor die schilderijen staande, zag Klein Jowanneke een stukske van de geschiedenis van Oostende. En dat ontroerde hem.

En nu komt het:

Deze zomer, ocharme drie jaar later, komt Klein Jowanneke nog eens naar Oostende en dat was de één ontnuchtering na de andere. Toen hij op het Wapenplein kwam bleek er over heel de lengte van het Feest- en Kultuurpaleis ne reklam te hangen voor Base. Tien meter hoog, vijftig meter breed. Het museum hadden ze buitengegooid en in de plaats waren ze het gebouw aan het ombouwen tot een shoppingcenter. Alleen de voorgevel mag blijven  staan.

Nadat Klein Jowanneke dat had ontdekt, zag hij in heel Oostende alleen nog maar de gaten in de straten: leegtes tussen huizen, die staan te wachten tot iemand er nen blok beton opzet die verhuurd kan worden tegen vijfhonderd euro per appartement  per week. Oude huizen zijn in Oostende rotte tanden die zo snel mogelijk getrokken worden.

En ineens zag Klein Jowanneke dat stadsbestuur daar zitten. Mensen die ervoor zorgen dat hun stad goed draait. Dat alles hier elken dag perfect terug proper is, die ervoor zorgen dat de restaurants en de winkels draaien en dat er geld verdiend kan worden. Want dat is het. Ge kunt niet blijven stilstaan bij het verleden. Ge moet Vooruit. Altijd Vooruit. Stilstand is Achteruitgang.

Facebook icon
Twitter icon
terug naar boven