Eddy van Hee

Klein Jowanneke
Klein Jowanneke
15 februari 2006

Eddy van Hee

Op nen dag belde de redactie van de Zonenuldrie naar Klein Jowanneke om te vragen of hij een interview wou doen met iemand die nen Antwerpse woordenboek had geschreven. En omdat Klein Jowanneke vindt dat ge altijd moet open staan voor iets nief, zag hij dat wel zitten. De schrijver van die boek heette Eddy Van Hee en hij woonde ergens in Nieuw-Borgerhout in de buurt van het Rivierenhof.

Het interview ging door in de studeerkamer van den Eddy. En die kamer, die stond van onder tot boven, ge kon geen stukske muur niet meer zien, vol met boeken. Eddy zijn vrouw bracht mij een tas koffie, ondertussen pakte den Eddy nen assenbak en haalde kik mijne minidisc boven. Na een kwartier van gepruts kon eindelijk het interview beginnen. (Gruwelijk is dat, ge zit daar, ge kent elkaar niet, en ineens wilt die minidisc niet marcheren. En terwijl dat ge met dat machientje bezig zijt, hangt er stilte in die kamer. Eddy smoort zijn sigaret, ik word zenuwachtiger en zenuwachtiger, ik vind die stilte ambetant, ik zou iet willen zeggen, maar dat lukt mij niet, ik krijg alleen het begin van een gedachte gezegd,  want ik kan maar één ding tegelijk, waardoor de stilte daarna nog dieper en nog ongemakkelijker word.)

Maar dus, na een kwartier van gepruts kon het interview beginnen. Eddy vertelde dat hij die Antwerpse Woordenboek had geschreven omdat de jeugd van tegenwoordig geen Antwerps niet meer kent. En hij had schrik dat al die woorden en uitdrukkingen kwijt gingen geraken. Terwijl dat hij dat allemaal vertelde, smoorde Eddy nog een paar sigaretten die hij in zo een klein hard plastieken filterke stak, gelijk als in ouw zwartwitfilmen.

Na een kwartier waren mijn vragen op. En dus vroeg kik hem waardat hij geboren was, waardat hij naar het school was gegaan was en wat voor werk dat hij gedaan had. En toen, dames en heren, toen kreeg kik een verhaal te horen, dat nog veel straffer was dan zijne woordenboek.

Eddy zijn ouders waren voor den oorlog welgesteld, die hadden een echte bibliotheek in huis en schoon meubels en vanalles, maar in den oorlog hadden die geen geld en dan heeft zijn vader tijdens den oorlog één voor één al die boeken moeten verkopen, boeken waardat zijn vader voor gespaard had, boeken die hij misschien even geire zag als zijn vrouw.

Na den oorlog is Eddy naar het Xaveriuscollege gegaan en daar heeft hij, terwijl hij in het laatste jaar zat, nen boek over sexualiteit bij jongeren geschreven, onder ne valse naam.

Daarna is den Eddy onderzoeksjournalist geworden en heeft die heel de wereld afgereisd, is die undercover gegaan met echte gangsters, die echte geweren hadden, en heel zijn leven lang heeft hij onder een stuk of vijftig valse namen prachtige erotische literatuur geschreven en westerns en spionageromans.

Toen Klein Jowanneke thuiskwam, wist hij begot niet hoedat hij aan dat interview moest beginnen. Dat lukte maar niet. Dat interview ging niet over die boek, maar over den Eddy. En dat interview was veel te lang. Als ik dat inkortte bleef er niks niet meer van over. En toen heb ik besloten om ne column over hem te schrijven. En daarin te zeggen dat iedereen Eddy zijnen boek moet kopen, want datdat ne supergoeie Antwerpsen woordenboek is. Hij ligt in de fnac en ook in andere boekenwinkels en hij noemt Woordenboek van de Antwerpse Taal en hij is geschreven door Eddy Van Hee. Dus mannekes, stapt op olle velo, op den tram of in uwen otto, rijdt naar de fnac en gaat die kopen !

Facebook icon
Twitter icon
terug naar boven