Ons vader

Klein Jowanneke
Klein Jowanneke
6 juli 2005

Ons vader

Klein Jowanneke zijn vader is eindelijk aan de badkamer begonnen. De badkamer van zijn moeder en vader is al een jaar of acht half af. En nu gaat Klein Jowanneke zijn vadder die helemaal afmaken. Want sinds kort is hij op pensioen. Allé pas op: zo oud is zijn vader nog niet, hij is nog geen vijfenzestig en hij gaat  eigenlijk ook niet echt op pensioen: hij stopt met werken.

Dat komt zo: ons vader werkte vroeger op den Bell-Telephone. (Bell is degene die den telefon heeft uitgevonden.) En die Bell die had een groot kantoor in Antwerpen en mijnen bompa werkte daar en die heeft ons vader daar binnengeloodst. Maar omdat de tijden veranderen moeten ook de namen van de bedrijven veranderen en daarom veranderde Bell-Telephone in Alcatel-Bell.

Ons vader werkte in het begin aan telefons, maar Alcatel wou mee met zijnen tijd en dus zijn die ook computers beginnen verkopen aan bedrijven. En ons vader is dan computerhersteller geworden. Maar omdat bedrijven altijd maar meer winst moeten maken, gooien die om de zoveel jaar nen hoop volk buiten (en een jaar later pakken ze weer nief mensen aan en zo vliegen alle ouwe mensen altijd buiten). En dat had tot gevolg dat er in het begin van de jaren negentig in ons huis een constante dreiging van ontslag hing. En dan is IBM gekomen. En die hebben ons vader met al zijn collega's —gelijk als in de foetbal — overgekocht.

IBM had een contract met Alcatel waarin dat stond dat die overgekochten dienst de kapotte computers van Alcatel mocht komen maken. Maar dit jaar liep dat contract af en dus was er ineens geen werk niet meer. En dan heeft IBM ons vader naar Brussel gestuurd. Maar in Brussel hadden ze ook geen werk voor hem. In Brussel zeiden ze zo: 'Weete wat ? Gaat hier maar aan die bureau zitten.'

En dan heeft ons vader nen helen dag op nen bureau gezeten. Die heeft zijne stoel gepakt en is óp zijne bureau gaan zitten. Uit protest. Omdat hij niks te doen had. Maar niemand in heel den IBM vond dat raar. Alleman deed gewoon voort met zijn eigen job. De volgenden dag is ons vader opternief op zijnen bureau gaan zitten. En uiteindelijk was er dan toch ene slimmerik die doorhad datdat eigenlijk geen werk was, nen helen dag geen werk hebben. En dan hebben ze gezegd: 'Tis goed ge moogt gaan.' En toen mocht hij gaan

En dermee is ons vader  aan de badkamer begonnen. Want die moet af. En aan de zolder. En aan de slaapkamer. Hij heeft daar nu tijd voor.

ps naar het schijnt moogt ge niet altijd het woord noemen gebruiken, ik heb dat ooit is ergens gelezen.

Facebook icon
Twitter icon
terug naar boven