Alles komt terug

Klein Jowanneke
Klein Jowanneke
13 april 2005

Alles komt terug

Alles komt terug: na de winter, de zomer. Daartussen lente en herfst. Ieder jaar opnieuw. En zo wordt ge stilaan oud. Dag per dag tellen de dagen hun eigen op. Zo gaat dat met de tijd: onzichtbaar sluipt zij de dagen door. (Om allerlei redenen vindt Klein Jowanneke dat de tijd een vrouw is. Hij heeft hier nog een verhandeling van acht bladzijden over geschreven in het tweede meesterjaar toneelregie.)

Af en toe zijn er momenten waarop het verstrijken van de tijd bijna tastbaar wordt. Bv. Den eerste keer van het jaar waarop ge de nacht overwint. Dat is een van de schoonste en treurigste momenten die ge kunt meemaken.

Klein Jowanneke herinnert zich een feest op nen boot ergens in Wijnegem, aan de vaart. Een geweldig feest. Veel dansen. Veel drinken. Heel veel zeveren. Tegen jan en alleman. Het feest was beneden in het ruim den boot te doen. Iedereen was zat. Er hing een gigantische hoeveelheid smoor.

Ineens kijkt ge rond u, en beseft ge dat zo bekan iedereen naar huis is. Er is nog ne man of vijtien.  Aan den toog hangen drie gasten die in een geweldige discussie zijn verwikkeld over het bestaan van het Toeval. Op den dansvloer staat nog ne man of zes die volledig 'in de muziek zitten'. Ge zoudt er een dansvoorstelling van kunnen maken di ein Avignon op het jaarlijkse theaterfestival grote ogen zou gooien. Langs de kan tstaat nog ne man of twee die niet meer beseffen waar ze zijn. Ikzelf ben tegen de Manu nen enthousiaste uitleg aan het doen over een toneel dat ik binnen een jaar of drie wil maken.

Midden in die uitleg kijk ik rond, en besef ik, het wordt niet meer beter. En dus geef ik de Manu nog ne kus, begin mijne frak te zoeken, vind hem een kwartier later, ergens achter nen box en klauter den trap op naar boven, het ruim uit.

Dat moment. Daar wil ik het over hebben. Dat moment waarop dat ge zwijmelend, langs die steile trap naar boven kruipt en ineens met uwe kop de morgenlucht in duikt. Op die moment beseft ge wat tijd is. Den ene second zit ge nog midden in de nacht. De volgende zit ge volop in den dag. De zon schijnt fel in uw ogen. De lucht zit vol met vogels die den dag begroeten. In die ene second is dat feest een herinnering geworden. Ge kunt niet meer terug. Nu ge weet dat het buiten licht is, is het feest gedaan.

En terwijl ge daar met uwe kop in de morgenlucht staat, beseft ge: de lente komt eraan. De dagen beginnen te lengen.

Zo gaat de tijd. Geruisloos gaat hij voort.

Facebook icon
Twitter icon
terug naar boven